Pulau Ratta
Na onze mini-avonturen in Ambon in de Molukken pakte we de boot naar de Banda eilanden. Een reis van zo’n 6 uur op houten bankjes wachtte op ons.
Een geweldige reis zo bleek, want we waren nog geen uur onderweg en we hadden al dolfijnen en walvissen gespot! Dat blijft toch altijd iets bijzonders.
De Banda eilanden zijn vooral populair bij duikers en snorkelaars, aangezien de onderwater wereld hier behoort tot de mooiste ter wereld. Goed vooruitzicht dus!
Dolfijnen onderweg
Nog meer relaxen op Banda
Na 6 uur varen op open zee doemen ineens de Banda eilanden op met de vulkaan Gunung Api als meest herkenbare punt.
De Banda’s zijn weer een compleet andere wereld dan Seram en Ambon. Veel kleiner, gemoedelijker en gezelliger.
Banda Neira is het hoofdeiland, maar ook dit is niet groter dan een gemiddeld dorp in Nederland.
Gunung Api die we later zouden beklimmen
Racen op de landingsbaan
In tegenstelling tot bijna iedereen hier, kwamen wij hier niet om te duiken. Iets wat ik overigens wel heel graag zou willen. Ik heb in Nieuw-Zeeland wel eens gedoken, maar daarna 3 dagen met knallende hoofdpijn rondgelopen. Later hoorde ik dat dat vrij gevaarlijk is en dus heb ik die hobby maar laten varen.
Gelukkig is hier ook genoeg te doen voor niet duikers. De eerste dag besloten we een brommer te huren om dit immense eiland van 3 vierkante kilometer te verkennen.
We hebben het hele eiland gezien, en ondanks dat het best een mooi eiland is, was het vliegveld toch het leukst. Althans, racen tegen Raoul en Indra op de landingsbaan. Geen hekken, geen security, geen politie. Als jij met je brommer op de landingsbaan wil rijden moet je dat vooral doen.
Dat moet je op Schiphol eens proberen.
Uiteraard hebben we ook Fort Belgica bezocht, een flink fort met een mooi uitzicht op Gunung Api. Na deze twee highlights heb je het meeste wel gezien op Banda Neira.
Zonsondergang vanaf het fort
Gunung Api
Ties
Abbey Road op de landingsbaan van Banda Neira
Niet duiken, wel snorkelen
Na onze brommeravonturen boekte we voor de volgende dag een snorkeltour waardoor we bij de mooiste snorkelplekken zouden komen. Gewapend met snorkelsets uit de tijd dat de Nederlanders hier regeerde snorkelde we op de mooiste plekken rondom de Banda’s.
Ik snap nu waarom mensen hier komen om te duiken en te snorkelen. Het is hier onder water echt schitterend. Boven water zijn de Banda’s niet spectaculair mooi, zo eerlijk moet ik zijn, maar onder water is alles hier van wereldklasse.
Het koraal leeft. En hoe! De mooiste kleuren komen voorbij en de kleurrijke vissen, schildpadden, barracuda’s en dolfijnen vergezellen je in de onderwater wereld. Ik voelde me als Nemo in de gelijknamige film. En dan hebben we waarschijnlijk nog de helft gemist omdat alle maskers na 5 minuten besloegen of vol liepen met water.
Just another day at the office
Lunch plek
Pulau Hatta
Na Neira besloten we voor 3 dagen naar Pulau Hatta te gaan. Een eiland opeen uurtje varen waar het onder water nóg mooier moet zijn.
De eigenaar van ons hostel, Adjam (ook ‘Ajam a Legend’ omdat hij alles regelde), had een charter boot geregeld omdat de public boat niet voer. Vrijdag is hier een rustdag zoals de zondag bij ons.
De boot zou ons om 12:00 uur ophalen. Azië zou Azië niet zijn als dat 14:00 uur, 14:30 uur, 15:30 uur en uiteindelijk 16:00 uur zou worden. Adjust and accept 🙂
De dolfijnenspotter die keek of we geen dolfijnen zouden aanvaren
Pulau Ratta
Uiteindelijk kwamen we toch op Hatta aan. Een super klein eiland met 2 ‘dorpjes’ en een handvol guesthouses. Geen wifi, beperkt stroom en geen dichte kamers gezien de tientallen ratten die elke avond door, en over ons huisje liepen. Pulau Ratta noemde wij het dan ook.
Gelukkig hoor je ratten niet echt en was het beter te doen dan ons hostel op Banda Neira waar Lucifer, Voldermort en Sauron, 3 malaria katten, elke avond op ons dak aan het overleggen waren welke ziel ze die nacht de onderwereld in zouden zuigen.
Onze dagen bestonden vooral uit snorkelen. Onder water vind je hier het mooiste koraal wat ik ooit heb gezien en boven water was het vooral neerploffen in de strandstoelen en genieten. De enige ‘zorg’ die we hadden was wélke strandstoel je zou kiezen en of het mannetje dat bier verkocht nog in zin winkel zat.
Onze chill plek elke avond
Sunset Hatta Island
Sterrenhemel
Aangezien er op Hatta nagenoeg geen stroom is, is het hier ook compleet donker ’s nachts. Elke avond plofte we na het eten neer in de strandstoel met een muziekje en een Bintang en staarde we de hele avond naar de schitterende sterrenhemel.
We hebben in 3 dagen denk ik zo’n 20 vallende sterren gezien. ’s avonds is het hier net zo mooi als onder water.
Ik moet nog steeds leren om een sterrenhemel op de foto te krijgen dus jullie zullen het met je inlevingsvermogen moeten doen 🙂
Hatta verkennen
Hoe chill ik de dagen in de strand stoel ook vond, ik vind het altijd leuk om ook wat meer van het eiland te zien. Daarom besloten Raoul, Emma en ik een rondje te lopen over Hatta. Deze keer niet op het heetst van de dag, maar wel zonder water. Je kan het nooit helemaal goed doen 🙂
We hebben 3 uur over het eiland gelopen, prachtig uitzicht gehad en verlaten stranden gevonden om uiteindelijk gered te worden door een hond omdat we de weg niet meer wisten.
Stranden van Hatta
Onze redder
Na 3 uur kwamen we weer aan bij ons guesthouse en ik ben nog nooit zo blij geweest met onze Hello Kitty waterdispenser.
Hello Kitty is hier net zo populair als Celine Dion. Ze rijden hier ook op Hello Kitty scooters en om de een of andere reden voel ik me daarom gelijk een stuk veiliger.
Hangjongeren op een 50cc, roze Hello Kitty scooter zijn nu eenmaal iets minder intimiderend dan 20 opgepompte, kaalgeschoren gasten op een Harley Davidson.
Never judge a book by it’s cover
Na 3 dagen Hatta gingen we terug naar Banda Neira om daar de Gunung Api te beklimmen. Een vulkaantje van slechts 666 meter hoog. Ik heb ondertussen aardig wat vulkanen beklommen, dus deze uit de kluiten gewassen puist zouden we wel even doen.
“Never judge a book by it’s cover” zei de eigenaar van ons hostel nog.
Enigszins arrogant begonnen we na een licht ontbijtje en 1 liter water per persoon om 6:00 uur aan de klim.
Wat volgde was een regelrechte martelgang op een bergje van 666 meter. Omhoog ging prima. Zwaar, maar binnen 2 uur waren we boven. Er is niet echt een pad dus het is grotendeels klimmen over rotsen en grind.
Gelukkig was het uitzicht op de top adembenemend.
Made it!
Vanaf de top
Als je heel goed kijkt zie je rechts bovenin, Indra staan 🙂
Naar beneden
Na een uurtje op de top besloten we weer naar beneden te gaan en dat was toch wel iets pittiger dan we hadden verwacht.
Halverwege was het water op, leek Raoul meer op Gandalf, Indra en ik meer op Sam en Frodo van Lord of the Rings en was alleen Emma’s ziel nog aanwezig.
Indranesië, zoals we Indra nu noemen, besloot naar beneden te gaan om extra water te halen, terwijl Raoul en ik Emma’s half verlaten lichaam naar beneden zouden loodsen.
Begin van het einde
Na nog 20 minuten klauteren riep Emma uit het niets ineens: “TOSTI EN COLA!!” om vervolgens als een bezetene naar beneden te rennen. Het was het laatste beetje energie of Lucifer, Voldermort en Sauron, de 3 malaria katten, hadden toch haar ziel meegenomen. Ik weet het niet.
Hoe dan ook; Gandalf gaf Frodo een goedkeurende blik en ik besloot achter Emma aan te rennen. Ik ken Emma d’r reputatie met onze trap thuis en die is ook niet al te best. Sorry Em :).
Gelukkig kwam Indra met water en heeft iedereen het heelhuids gered.
Laatste loodjes met z’n vieren
Emma, en wij ook, zijn weer helemaal opgelapt. Ik schrijf dit verhaal vanaf de boot van Banda naar Ambon. Morgen reizen wij verder naar Sumba en reizen Raoul en Indra weer terug naar huis. Time to say goodbye dus.
Het waren 3 geweldige weken met alleen maar hoogtepunten. De Api zelfs letterlijk. We hebben de mooiste plekken gezien en ongelooflijk hard gelachen om Tom Hanks en Dividendbelasting. Je had er bij moeten zijn 🙂
Op naar Sumba!