Zonsopkomst Indonesië
As we speak zitten we in Yogyakarta in Java. Uiteraard hebben we weer een hoop dingen meegemaakt die het benoemen waard zijn. We hadden jullie achter gelaten in Jakarta.
Na 1 nacht Jakarta zijn we vertrokken naar Pangandaran, waarvan ik (na 4 dagen verblijf) nog steeds niet weet hoe ze dit nu uitspreken. Ze spreken het met de snelheid van het licht waardoor je maar een beetje gokt hoe het nu echt heet. ‘We would like to go to Pahmnagaraman…or something’. Gelukkig begrijpen ze ons wel en dus zijn we met de lokale bus vertrokken richting dit kustplaatsje. We moesten wel met een taxi richting het busstation en in de taxi werd ons wel duidelijk dat het een goede keuze was om Jakarta te verlaten. Wat een smerige en ongekend drukke zooi.
De bekende busritten
Onderweg werd er uiteraard een aantal keer vriendelijk gezwaaid of gestaard. Die 10 uur kwam mede door de 2,5 uur file vanuit Jakarta (weer). De bus chauffeur wilde dit blijkbaar graag inhalen want hij reed flink door. Ik heb in China suicide cabdrivers gehad, maar deze man riskeerde het leven van 10 locals en 2 toeristen. Hij ging zo ongehoord hard door bochten langs ravijnen dat je jezelf moest vasthouden omdat je anders omviel. Ik zag de krantenkoppen al voor me : ‘2 Nederlanders omgekomen in rijdende raket’.
Zelfs de locals in de bus schreeuwde af en toe als de bus bijna een brommer van de weg reed of met 120 km/h door een krater reed die hier en daar in de weg zitten. Gelukkig reden we onderweg wel door regenwouden en rijstvelden waardoor we onze ogen uit keken en ons niet druk hoefde te maken aan wie ik m’n laptop zou schenken in geval die bus toch het ravijn in reed.
Het mooie Pangandaran
Uiteindelijk hebben we Pangandaran gehaald en dit was een enorm verschil met Jakarta. Het was hier schoon, super mooi weer, rustig en een heerlijke sfeer. Ingecheckt in een super hostel en die avond nog even de busreis op ons in laten werken. Ondertussen heb ik Emma uitgelegd hoe het doortrekken hier werkt (met een emmertje water) en 2 kakkerlakken dood geslagen. Maar wat verwacht je van 6 euro per nacht. Verder hebben we elke avond in de Mungil bar gezeten direct aan het strand. Palmbomen, zand onder je voeten, de zee op 100 meter en hangmatjes.
Karaoke time!
Als ik Pogo Bar, Mui Ne schrijf hoor ik Sjoerd thuis denken; ‘shit yeah, good times..’. En dat was hier hetzelfde! Ze hadden hier in het weekend ook live muziek. Prima natuurlijk als de echte UB40 of Beyonce komen zingen. Live muziek was in dit geval een live band, maar de locals/toeristen mochten zingen. Man man man.. wat ik heb wij vreselijke dingen gehoord haha. Vooral de locals kunnen er wat van. Het lijkt wel of hun stemgeluid 3x hoger is dan die van de Westerse mensen waardoor liedjes van The Beatles of Kings of Leon ineens een hele andere dimensie krijgen.
Verder hebben we klassiekers gehoord als ‘I shot the shewif’ en ‘Don’t wowwie be happy’ van Bob Marley. Het toppunt was ‘If i ain’t got you’ van Alicia Keys waarvan alleen de melodie te herkennen was. Het gekke is dat ze wel ‘Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan’ en ‘de kat krabt de krullen van trap’ kunnen zeggen. Dat kan ik niet eens.
De Green Canyon
Zondag hebben we nog gesurft en zijn we op White Sand Beach geweest. Wat opvalt is dat hier enorm veel mensen op de foto willen. Nu ben ik dat natuurlijk wel gewend vanuit Nederland maar dat ze me zelfs hier herkennen… 🙂 Zonder gekheid, Emma en ik zijn dat weekend bijna elk half uur op de foto geweest. Dit had ik niet verwacht aangezien ze in Indonesië toch wel vaker blonde mensen tegen komen lijkt me. Het werd na een tijdje ook wel ongemakkelijk.
Maandag zijn we naar Green Canyon geweest wat echt ongelooflijk mooi was. Samen met nog 2 Nederlanders zijn we op de brommer met de gids langs rijstvelden, kleine dorpjes en jungle gereden voordat we bij de Green Canyon aankwamen. Met een bootje zijn we vervolgens de rivier afgegaan dwars door de jungle heen naar de Canyon. Uiteindelijk kwamen we op een plek die zo in een Herbal reclame had gekund. Rotsen aan de zijkant, van die lianen die naar beneden kwamen, kleine watervalletjes waar zonnestralen doorheen kwamen en prachtige bomen. Echt een klein paradijs. Uiteindelijk hebben we hier nog mogen zwemmen en van een rots mogen springen. Mijn dag kon meer stuk.
Het prachtige Dieng Plateau
De volgende dag zijn we samen met die 2 Nederlanders (vrouw + dochter) vetrokken naar Wonosobo waar we de volgende dag het Dieng Plateau zouden bezoeken. Handig omdat we de minivan nu konden delen door 4 i.p.v. 2, iets minder handig omdat die vrouw niet bepaald slim was. Je hebt het niveau Brit Dekker, deze vrouw zat er nog een niveau of 4 onder. Het verbaasde me dat ze bleef lopen wat betekende dat ze dus wel zelfstandig adem kon halen. Ze liep overal op de ouwehoeren.
Ze sliep in een hotel van €60 maar wilde absoluut geen €0,70 betalen voor een liter benzine. Daarnaast praatte ze constant door de gids heen en vertaalde ze alles. Zei de gids; ‘here they make te rice’ dan zei die vrouw: ‘rice betekent rijst jongens, rice is rijst, rijst, rijst, rijst’. Ik snap ook wel dat rice rijst betekend slome. Om het af te maken kwam ze ook nog eens uit Maastricht waardoor elke zin eindigde met een vraagteken. Ik heb me helemaal niet geërgerd 🙂
Fooi in Wonosobo
Gelukkig zat ik voorin de minivan en hadden we een super chille chauffeur/gids. Hij had waarschijnlijk een nieuwe minivan want hij reed er bijzonder voorzichtig mee wat ons mooi de tijd gaf om van de omgeving te genieten. We konden overal stoppen voor foto’s of als we wilde eten. Uiteindelijk zijn we ’s avonds aangekomen in Wonosobo. Hier wilde we wat gaan eten in een tentje wat uiteraard ‘only 15 minute walk’ was..my friend. Na 30 minuten hadden we nog niks gevonden en zijn we in een lokaal tentje gaan eten. Dat dit soms alleen maar leuker kan zijn hebben we die avond gemerkt. We hebben heerlijk gegeten.
Het lekkerst tot nu toe en de medewerkers waren ongekend aardig. De enige die Engels sprak zei de hele avond; ‘nice to meet you’. We gaven hem aan het einde van de avond nog 13.000 Rupia fooi, wat neerkomt op ongeveer €1,10 maar ik heb nog nooit iemand zo dankbaar gezien om zo’n gebaar. Zo blijkt maar weer dat geven gelukkiger maakt dan nemen.
Haastige spoed is zelden goed
Die nacht moesten we om 3:00 uur op! Dat is geen typfout, 3:00 uur!! Om 22:00 naar bed gegaan maar uiteindelijk ben ik pas om 1:00 in slaap gevallen. Ik denk omdat ik een Fruitshake op had waar ongeveer 1 kilo suiker in zit. We stonden echter wel keurig om 3:00 bij de ontbijttafel maar er was uiteraard niemand te vinden, geen gids, geen hoteleigenaar en geen ontbijt. Uiteindelijk kwam onze gids om 4:00 aan lopen met een gezichtsuitdrukking alsof hij water zag branden. Zijn wekker was kapot. Zonder ontbijt zijn we met de snelheid van het licht (hij was ineens niet zo zuinig op z’n minivan) richting het Dieng Plateau geraced.
Schumacher was er niks bij. Kraters lette hij niet meer op en mensen langs de weg zagen eerst een minivan voorbij scheuren om 5 seconde later het geluid te horen. Mach 1 hebben we wel gehaald volgens mij. Uiteraard reed hij ook nog verkeerd waardoor we 10 minuten hadden om 500 meter omhoog te klimmen (zonder trap). Nu lijkt 500 meter niet veel maar zonder ontbijt, om 5:00 uur, na 2 uur slapen en een gestoorde rit een berg op rennen op je Vans zonder trap is een aardige opgave. Ik heb een redelijke conditie maar kwam wel bloed spugend (eet smakelijk) en redelijk licht in m’n hoofd boven om uiteindelijk wel een prachtige zonsopkomst te zien! We hebben hier samen echt genoten van de schitterende omgeving en de bizarre kleuren van moeder natuur.
Eindelijk naar de Borobudur
Die dag zijn we verder gereden naar de Borobudur. De grootste boeddhistische tempel in Indonesië. Gelukkig hadden we die middag een strak blauwe lucht en 40 graden wat schitterende foto’s oplevert maar ook rode armen en neuzen 🙂 De Borobodur is wel erg indrukwekkend. Het maakt niet uit hoeveel je er hebt gezien, het blijft fascinerend. De gids vertelde ons dat een investeringsgroep de Borobodur gekocht heeft om deze op te knappen omdat de overheid er jarenlang niks aan gedaan heeft. Dit vond ik toch wel een bijzonder verhaal.
Uiteindelijk zijn we doorgereden naar Yogyakarta. Onze gids had van te voor ons die morgen het hostel gebeld om een kamer te reserveren. Hierdoor konden we na een super lange dag gelijk even uitrusten. Helaas ben ik (en Emma trouwens ook niet) hier niet zo goed in en zijn we gelijk de stad in gegaan. ’s Avonds hebben we nog gegeten in een prachtig restaurantje wat op de 1e verdieping lag en eigenlijk gewoon buiten tussen de planten was. Alles was biologisch en we hebben dan ook heerlijk gegeten. Hoewel Emma het wel even zwaar had. Ze had een salade besteld met rijst. Deze salade werd geserveerd op een berg met zeezout wat bijzonder veel leek op rijst (ik moet eerlijk zeggen dat ik ook dacht dat het rijst was). Toen ik de eerste hap van m’n vis nam hoorde ik Emma naast me bijna stikken in een hap zeezout. Ze heeft nog een kwartier gekeken alsof ze citroensap dronk en heeft op die avond zelf nog 1,5 liter water gedronken. De salade was gelukkig wel lekker.
Reizen met je vriendin
Vandaag hebben we na een mislukte afding-poging nog een spiegelreflex camera gekocht. Jullie kunnen je opmaken voor minimaal 2.000 foto’s. Verder is reizen met je vriendin anders dan met je broer aangezien ik al 10 foto’s van kindjes heb, ik bij elk kindje hoor ‘aaaahhhh zullen we hem meenemen’ en alle marktkraampjes minimaal 2x gezien heb. Maar we hebben het beide super naar ons zin en kijken echt onze ogen uit! Het ontmoeten van andere reizigers en de verhalen van hun aanhoren blijft super en maakt Emma (gelukkig) super enthousiast om meer te willen zien. Zaterdag vliegen we naar Denpansar, Bali. Ik ben benieuwd wat daar op ons wacht!
PS. Ooit wel eens meegemaakt dat je voor een zonsopkomst moest betalen?:) haha bij het Dieng Plateau kennen ze ‘voor niets gaat de zo’n op’ niet aangezien we €0,60 moesten betalen voor de zonsopkomst! That’s Asia:)