Fotografie onderweg
Wij zijn zeker geen professionele fotograven. Onderweg hebben we een spiegelreflex bij ons, een GoPro en een iPhone. De meeste spontane foto’s komen op de iPhone terecht en eenmaal thuis staan ze eerst nog een half jaar op de harde schijf voordat we er daadwerkelijk fysieke herinneringen van maken.
Toch vinden wij foto’s maken één van de leukste en belangrijkste dingen op reis want ze vormen de beste herinneringen. Je kan foto’s terug kijken van jaren terug en alle gevoelens, kleuren, geluiden en geuren komen weer terug. Vandaag de dag heeft bijna iedereen een spiegelreflex camera, ook wij. Een foto nemen is dan ook geen kunstje meer maar je kan wel op een aantal dingen letten om betere foto’s te maken. Hier een aantal tips (die overigens niet allemaal van ons komen 🙂 ).
Basis tips voor fotografie onderweg
Voordat we de serieuze tips willen bespreken moet je uiteraard de basis regels niet vergeten. De eerste en belangrijkste tip is je camera stil houden. Het is echt zonde als je thuis of op je laptop in het hotel je foto terug kijkt en hij is bewogen. Je kan je foto niet uitvergroten en boven de eettafel hangen als deze bewogen is. Houd je camera altijd me twee handen vast of gebruik een statief (hoewel dit lastig meenemen is in je backpack). Daarnaast is het belangrijk om je camera recht te houden. Er is niks gekker dan een scheve horizon op de foto. Dat klopt niet voor je gevoel dus zorg er voor dat je de horizon recht hebt.
Lijnen
The rule of thirds – één van de belangrijkste regels bij het maken van foto’s op reis is de ‘Rule of Thirds’. Het is een regel die, zeker bij de beginnende fotograaf, nog wel eens overgeslagen wordt. De truc is om het beeld in drie gelijke delen op te splitsen. Of dat horizontaal of verticaal is maakt niet zo veel uit. Het object wat je wil fotograferen plaats je dan in één van de delen en dus niet midden in de foto. De meeste camera’s hebben tegenwoordig een ingebouwde functie hier voor.
Dit is die gekke modus waarin ineens allerlei lijnen door je scherm heen lopen. Als je dus een goede zonsondergang of opgang wil fotograferen kan je deze regel toepassen. Zorg er voor dat je twee derde lucht hebt en één derde land (of zee). Belangrijk is dat je je foto niet in tweeën deelt door de horizon midden in je foto te plaatsen.
Leading lines – Bij het maken van een foto is het belangrijk om in de foto zelf te benadrukken wat je wil laten zien. Degene die de foto bekijkt moet gelijk de focus hebben op het object wat jij gefotografeerd hebt. De meeste gebruiken hier lijnen voor. Niet lijnen in de zin van een lijntje op je beeldscherm maar natuurlijke objecten die het onderwerp goed naar voren brengen zodat degene die de foto bekijkt als eerste naar het ‘hoofd object’ kijkt.
Een voorbeeld hiervan (die je vaker ziet) zijn wegen. Een weg of pad in een foto van een mooi landschap zorg ervoor dat de degene die de foto bekijkt de weg ‘volgt’ het landschap in. Hierdoor ligt de focus automatisch op het landschap zelf. Hetzelfde geldt voor treinsporen.
Voor en achtergrond
Voorgrond en achtergrond – De omgeving van je foto is één van de belangrijkste aspecten van de foto. Vaak hoor je; ‘ik heb zulke mooie foto’s genomen maar niet één foto geeft weer hoe het werkelijk was’. En je herkent dat zelf misschien ook wel. Als je een berg fotografeert lijkt die op de foto niet zo indrukwekkend als in het echt. Vaak heeft dit te maken met de voorgrond (of achtergrond).
Een foto is 2D, ons brein heeft daarom moeite iets in schaal te plaatsen zoals we dat in het echt wel kunnen. Om de grote van iets aan te geven is het aan te raden om goed om je heen te kijken wat je als voorgrond of achtergrond op de foto wil zetten. Als er voor de berg een huisje staat probeer deze dan op de voorgrond van je foto te krijgen zodat de berg groter lijkt en het voor ons brein makkelijker te plaatsen is. Check dus altijd je omgeving bij het nemen van een foto. Bij een berg kan dat een huis of tempel zijn, bij de zee een eilandje of boot en op straat kunnen dat de typisch Aziatische eettentjes zijn
Framing en Focus
Framing – Framing is een handige en redelijk simpele manier om mooie foto’s te maken. En met frame bedoelen we niet het frame waarmee je je foto aan de muur hangt maar een natuurlijk ‘frame’ in de omgeving zelf. Je omringd hetgeen wat je wil fotograferen waardoor de nadruk nog meer op het onderwerp ligt. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een deur, twee bomen of een toegangspoort.
Framing kan in Azië goed bij tempels. In tempels heb je vaak grote deuren, ramen of poorten waar je ‘doorheen’ kan fotograferen en zo je onderwerp goed kan benadrukken. Het kan zijn dat het frame om het onderwerp groter is dan het onderwerp zelf maar het wel duidelijk wat je met de foto wil laten zien. Het is een makkelijke techniek om mooie foto’s te maken. Kijk daarom goed om je heen voor geschikte frames.
Focus – door te focussen op bepaalde objecten kan je op een makkelijke manier het object naar voren laten komen. Je ziet tegenwoordig wel vaker dat het object in de foto scherp naar voren komt en dat de achtergrond van de foto wazig is. Op deze manier gaat de aandacht automatisch naar het object (of persoon) op de foto. Het focussen is vooral effectief als je mensen of dieren fotografeert. Het focussen op een bepaald object of persoon is heel makkelijk. De meeste camera’s hebben een automatische stand voor dit soort foto’s. Check met name de modus ‘portret of ‘mensen’.
Leer kleuren gebruiken
Gebruik van kleuren – het gebruik van de juiste kleuren is belangrijk bij het maken van foto’s. Een mix van de juiste kleuren in een foto kan een foto net dat beetje extra geven. Kleuren die goed samen gaan zijn blauw en geel of rood en groen. Als je een foto maakt kijk dan goed in de omgeving of er mooie kleuren zijn die je op de foto kan nemen. Een blauwe lucht of gekleurde daken van huizen in oude dorpjes zijn een goed voorbeeld. Ook een markt staat meestal garant voor veel kleuren of een groen rijstveld. Kleuren zijn er genoeg, je moet er alleen goed op letten!
Heb je nog meer handige fotografie tips? Laat ze hieronder weten..