Titanic taferelen in Maleisië
Selamat patang vanuit de Cameron Highlands! Een week vliegt zo voorbij en daarin gebeuren altijd weer de mooiste dingen!
Eenmaal aangekomen in Kuala Lumpur bleek dat ik op Airport 1 was geland en Emma op Airport 2. Over goede voorbereiding gesproken. Na kortstondig overleg kwam Emma naar Airport 1 en na even zoeken hadden we elkaar gevonden. Grappig om elkaar te ontmoeten in Maleisië, zeker als ik voor het eerst in m’n leven bruiner ben dan Emma.
China Town van Kuala Lumpur
We vertrokken direct naar het hotel met een taxi chauffeur die z’n naam nog in hiëroglyfe schreef en in een taxi reed uit hetzelfde tijdperk. Desalniettemin kwamen we na behoorlijk wat omwegen en vragen aan in het Pacific Express Hotel in Chinatown. De kamers waren prima in orde, jammer dat het personeel ongelooflijk chagrijnig en onvriendelijk was. Maar goed, iedereen kan een keer z’n dag niet hebben. Uiteraard zijn we gelijk Chinatown in gegaan en hebben we de stad verkent.
De volgende dag hebben we de Petronas Towers en Little India bezocht en nog een rondje Chinatown gedaan. Om tussendoor nog even tot rust te komen hebben we de cultuur van het Hindoeïsme in de Sri Maha Mariamman Temple ervaren en Chinese rituelen in de See Yeoh Temple gezien. Kuala Lumpur is niet mijn favoriete stad in Azië maar je kunt je prima een dag vermaken hier.
Het Taman Negara National Park
Na veel slenteren en heerlijk eten (dat kan hier wel) vertrokken we de volgende dag naar Taman Negara National Park. Met de minivan reden we naar Jerantut om hier met de boot naar Taman Negara te vertrekken. Toen we in de boot stapte vertelde onze gids nog; ‘no rain for 3 months, water level very low. You might have to push the boat’. Hij lachte vervolgens vriendelijk en ik dacht ‘dat zal wel weer een Aziatisch grapje zijn’. Dat was het blijkbaar niet. In totaal hebben we de boot zo’n 12 keer van een zandbank moeten duwen. Gelukkig was het wederom een soort kano en geen luxe yacht. De bootreis was stroomopwaarts en af en toe moesten we door/langs een soort wildwater raftbaan. Nu is dat niet zo erg als je een stabiele boot hebt met 100PK op een rivier waar genoeg water in staat. Het wordt een ander verhaal als je in een gemotoriseerde lucifer met een Dinkytoy motor over laag water moet cruisen. Aangezien er een hoop rotsen lagen moest onze kapitein behoorlijk wat stuurmanskunsten vertonen wat helaas niet al te best ging.
Vastloper..
We liepen vast op een rots en door de stroming begon onze gemotoriseerde lucifer stroomafwaarts te draaien. Op zich is dat geen probleem zolang je normaal om kan keren en een nieuwe poging kan doen. Helaas bleef de lucifer achter nog een rots hangen waardoor we overdwars vast zaten op de rivier. En als er aan één kant van de boot genoeg stromend water blijft komen gaat de boot vanzelf kantelen. Zo ook onze boot, die langzaam steeds verder onder water kwam te staan. Ik heb toeristen nog nooit zo snel hun tassen zien pakken en water zien hozen. Zelfs de kapitein raakte redelijk in paniek (en dan is het serieus).
Doordat we met z’n alle, balancerend met tassen vol camera’s en laptops, naar de voorkant van de boot liepen kwam de boot los en konden we weer varen. Helaas wel de verkeerde kant op. De kapitein wilde niet nog een poging wagen om ala Titanic ten onder te gaan en zette ons aan land af met de mededeling; ‘you walk to other side’. In Azië kan alles 🙂 .
Kuala Tahan
Uiteindelijk zijn we zonder al te nat te worden in Taman Negara aangekomen. Of eigenlijk in Kuala Tahan, de toegangsport tot het park. We besloten hier ons reistempo wat omlaag te brengen. Ik heb in de Filipijnen stevig doorgereisd en in Maleisië willen we wat rustiger aan doen. We besloten daarom geen trekking te doen en op eigen houtje door het park te lopen. Wat alsnog neer kwam op elke dag 10 kilometer lopen op het heetste moment van de dag en zo veel zweten dat het waterpeil van de rivier vanzelf weer omhoog kwam. Het ‘rustig aan doen’ wil nog niet echt lukken. De locals vertelde ons dat het ook extreem droog en heet is. Het heeft al ruim 3 maanden niet geregend in het park en het was er elke dag zo’n 38 tot 40 graden. Wat dat betreft hadden we ons huisje, wat de hele dag in de zon stond, prima uitgekozen…
Floating Restaurants
’s Avonds kan je hier gezellig uit eten in een van de floating restaurants op het water. Als het langer droog blijft kunnen ze het woord ‘floating’ wel weg laten. Het eten was hier wederom heerlijk. Ons hoogtepunt was het Indiaanse restaurant waarvan de eigenaar Nederlands sprak. Altijd handig. We hebben er 2 avonden gegeten. De eerste avond koos Emma de chicken masala want dat was de ‘day special’. En het was inderdaad erg lekker. De volgende dag koos ik voor de vegetarische dhal wat op die dag de ‘day special’ was.
De eigenaar van de tent vertelde mij dat de vegetarische dhal met kip geserveerd werd. Nu ben ik al een tijdje vegetariër en ik dacht altijd dat vegetarisch eten zonder vlees kwam. Hier blijkbaar niet. De eigenaar zei; ‘i have very special vegetarian dhal with delicious chicken’. Maar goed, always trust the owner 🙂 De vegetarische dahl kwam inderdaad met chicken. De chicken masala van de vorige avond om precies te zijn. Het gerecht was ook binnen 4 minuten klaar waar het normaal in Azië toch altijd wel minimaal een half uur duurt voordat je je eten krijgt. Hij had blijkbaar iets te veel ingekocht en probeerde bij ieder gerecht zijn kip te slijten. Twee Duitsers naast ons kregen noodlesoep met chicken masala 🙂
Eten bestellen
Zijn communicatie was sowieso niet bepaald goed ondanks dat hij een redelijk woordje Nederlands sprak. Emma wilde een Lassi bestellen (yoghurt met fruit) maar aangezien Emma niet tegen melk kan kozen we voor een fruit juice met extra nadruk op; ‘juice, no Lassi! I get very sick from yoghurt’. En uiteraard was het antwoord; ‘yes, no problem my friend’ om vervolgens toch met een Lassi aan te komen 🙂
Het zijn die kleine dingen tijdens het reizen in Azië die je elke keer weer verbazen. Net als het zwemmen met walvishaaien in Oslob waar een boordje hing met de text; ‘until now it is not known why the whaleshark choose to be on this location every morning’. Nu ben ik geen bioloog maar als er elke ochtend op hetzelfde tijdstip een container plankton in de zee wordt gegooid is het niet bepaald een raadsel waarom de walvishaaien hier zitten. Als ik elke ochtend gratis ontbijt zou krijgen bij de bakker zou ik er ook elke ochtend zitten. Hoewel ik niet denk dat toeristen zouden betalen om met me te zwemmen…
Een nacht safari in Taman Negara
Maar goed, terug naar Taman Negara. Voor de tweede en laatste avond boekte we een night safari met een 4WD. We hadden genoeg gelopen in 2 dagen dus boven op het dak van een 4WD door de jungle heen cruisen leek ons wel wat. Er zat één iemand achter het stuur (gelukkig) en één iemand op het dak met een schijnwerper die niet onder deed voor een vuurtoren. Het eerste half uur reden we gewoon over hoofdweg en de beste man op het dak verblindde elke voorbijganger op zoek naar een wilde duif of uil. Na een half uurtje rijden spotte de man op het dak iets in een boom.
Volgens hem was het een adelaar. Ik twijfel er nog steeds aan aangezien het de vorm van een eekhoorn had en de adelaar verdomd stil bleef zitten ondanks de vuurtoren die op hem gericht werd. Het was of een hele tamme aderlaar of een blinde. Mijn andere theorie was dat de gids ‘eal’ zei (de vis) i.p.v. eagle. Maar die had dan weer niet in een boom gezeten…
Na een half uur rijden gingen we gelukkig toch de jungle in en was het achteraf een hele gave tour. We hebben inderdaad wilde dieren gespot en het is best bijzonder om in het pikkedonker op het dak van een 4WD door de jungle te rijden.
De Cameron Highlands van Maleisië
De volgende dag vertrokken we richting Cameron Highlands. Voor vertrek wilde ik nog twee bananen kopen voor tijdens de reis. Helaas mocht ik geen twee bananen kopen maar alleen een hele tros waardoor ik de hele weg met een tros bananen op schoot heb gezeten. Maar dat is weer eens wat anders dan een kip. Iets wat ook nog wel eens voorkomt in Azië. Overigens wel een hele goede verkooptechniek van deze bananenverkoper.
In Cameron Highlands slapen we in de Hillview Inn in Tanah Rata. Het hotel is erg mooi en de kamers meer dan prima. Helaas is de naam Hillview Inn wat overdreven aangezien we uitkijken op een bouwput. Het uitzicht valt dan ook wat tegen. Het ligt gelukkig wel op een heuvel waardoor de naam enigszins te verklaren is. Maar we mogen niet klagen hier in Maleisië. Het is hier een stuk koeler dan in Taman Negara waardoor we onze outfits niet elk uur hoeven te veranderen.
De volgende dag hebben we een scooter gehuurd en rondgereden in de omgeving van de theeplantages. Het viel ons op dat we de enige toeristen waren die op een brommer rond reden. Bijna iedereen boekt een tour terwijl je zelf makkelijk richting alle highlights kan rijden. De wegen hebben wel een gemiddeld stijgingspercentage van 20% dus je moet wat ervaring hebben op een brommer maar het is zeker een aanrader.
Verder komen we in Maleisië ontzettend veel Nederlanders tegen. Waar er in de Filiijnen bijna geen Nederlander te bekennen was lijken ze hier overal vandaan te komen. En op een of andere manier herken je Nederlands ook gelijk.
Morgen rijden we nog wat rondjes op de brommer om vervolgens te vertrekken naar Georgetown! Maar nu eerst een kopje thee en een massage 🙂 Wat een leventje…