In love with Nicaragua
We zijn ondertussen in Esteli aangekomen, een plaatsje dicht bij de grens met Honduras. De laatste keer dat jullie van ons gehoord hebben zaten we in Monteverde, wat een eeuwigheid geleden lijkt. Dus hierbij de avonturen van onze eerste weken in Nicaragua!
Nicaragua, precies wat we zochten
Vanuit Monteverde gingen we met Caribe Shuttle naar San Juan del Sur, een kustplaatsje net over de grens in Nicaragua. We hadden langer gepland in Costa Rica, maar besloten eerder naar Nicaragua te gaan. Costa Rica is qua natuur uniek en er kunnen weinig landen aan tippen, maar het ‘gevoel’ was er niet helemaal.
Om 6:00 werden we opgehaald bij ons hotel om met z’n 2e richting de Liberia te gaan. Een grote stad vlak voor de grens met Nicaragua. Daar werden we overgeheveld naar een ander busje.
Todo bien amigo?
Onze chauffeur in het nieuwe busje was een mooi afscheid van Costa Rica. Het was een licht dementerende man, die zijn rijbewijs waarschijnlijk had gewonnen bij een potje bingo in het plaatselijke bejaardentehuis. En het was laat geworden, want hij slingerde half slapend van links naar rechts. Daarnaast keek hij elke 5 minuten op zo’n Nokia 3310 op dezelfde manier als elke andere senior; eerst een minuut naar je beeldscherm staren om te kijken wie er belt en vervolgen een minuut denken; ‘hoe neem ik ook al weer op?’. Het was elke keer even billen knijpen wanneer er een 20-meter lange roadtruck aan kwam gestormd op dezelfde weghelft.
En maar vragen; ‘todo bien amigo?’. Siii senior… euh señor. Alles todos bien, now pay attentios to the roods amigo’. De jongen naast me nam na 100 meter al gelijk een pilletje tegen misselijkheid. Ik heb nog nooit iemand zo bang gezien in een minivan. Gelukkig kwamen we zonder kleerscheuren bij de grens, en over de grens!
Van Costa Rica naar Nicaragua
De grensovergang verliep vrij soepel. Om Costa Rica uit te mogen moet je $8 betalen en om Nicaragua in te mogen moet je $12 plus $1 ‘environmental fee’ betalen. Een wam welkom dus 🙂 Ook wel bijzonder dat toeristen betalen om de natuur schoon te te houden terwijl de locals alles uit het raam flikkeren. Maar, dat mocht de pret zeker niet drukken.
Bij de grens merk je meteen dat je in een armer, iets minder gestructureerd land komt. Regels zijn er wel, maar meer voor de sier dan als functioneel hulpmiddel. Daarnaast is het in Nicaragua droog en een stuk warmer. Zo’n 38 graden overdag 🙂 Goed vertoeven dus.
Op naar San Juan del Sur
Toen we alle formaliteiten achter de rug hadden, wat neerkwam op; ‘Ola chico‘ en een knipoog naar Emma, stonden we in Nicaragua. Het is van Monteverde naar San Juan del Sur maar 60 kilometer, maar het verschil kan niet groter zijn. Ten eerste het weer, maar ten tweede ook de sfeer. Dit is wat je verwacht als je naar Midden-Amerika komt. Gezellige mensen en een super leuk, kleurrijk stadje. Daarnaast is het land een stuk goedkoper. We gaan van €60 tot €70 per dag naar max. €30 per dag. En dat is net wat makkelijker reizen 🙂
Op verkenningstocht
San Juan del Sur ligt aan de kust en het draait hier om surfen. Je vindt er ook veel jongere reizigers. Helemaal op zondag, wanneer het Sunday Funday, wat neerkomt op met z’n alle zo veel mogelijk drinken op een feestje aan het strand. Laten wij nu net op zondag aangekomen zijn 🙂 Maar… ik ben de jongste niet meer en daarnaast heb ik het niet zo op die drukke feesten. Daarom besloten wij voor $1 cocktails te drinken in Barrio Cafe, een lokaal gerund cafe ver weg van de dronken backpacker.
Inwoners van Nicaragua noemen ze hier Nicas, wat met een klein spraakgebrek wel eens vervelende versprekingen kan opleveren. Toch is ‘Nicas’ beter dan Nicaraguanen wat voor mensen zoals ik helemaal niet uit te spreken is.
Op de brommah
De volgende dag besloten we een schakelbrommer te huren. Ze hebben ook scooters, maar dat is met de zandweggetjes, en het stijgingspercentage net zo hoog als het alcoholpromillage van alle backpackers bij elkaar, geen goed idee. Het strand van San Juan del Sur is niet heel indrukwekkend, zeker niet als je uit Costa Rica en Panama komt. Daarom besloten we de mooiere stranden in de omgeving op te zoeken. Voor de mooiste stranden in Nicaragua moet je naar de Corn Islands, maar dat is vrij prijzig en wij gaan al naar Belize (wat een leven) dus besloten we de Corn Islands te laten voor wat het is.
Uiteindelijk hebben we in de omgeving rondgereden en hebben we naast het lokale leven Playa Hermosa en Playa Maderas bezocht.
Jezus Christus
Ik probeer hier niemand te beledigen. We hebben Jezus Christus namelijk bezocht. Niet in het echt natuurlijk, want daar geloof ik niet zo in, maar een standbeeld van onze Grote Vriend. Net als in Rio de Janeiro heeft ook San Juan del Sur een Jezusbeeld dat op een rots hoog boven de stad staat.
Het ging mij eigenlijk niet zozeer om het beeld van Jezus, maar om het uitzicht op de stad, dat behoorlijk indrukwekkend is. De weg naar het parkeerterrein was steil, maar goed te doen. Het stukje van het parkeerterrein naar het beeld was echter behoorlijk pittig. Ze zeggen dat de kerk voor iedereen toegankelijk is, maar in San Juan del Sur zijn mensen in een rolstoel niet zo populair denk ik. Er hing ook geen boordje met ‘rolstoelos vriendelocas’ of een stijgingspercentage, maar Pythagoras had zijn stelling ‘A kwadraat + B kwadraat = C kwadraat’ aangepast naar ‘A kwadraat + B kwadraat = rolstoelhaat’.
Als je hier met je skelter van af had gereden had je in een andere dimensie terecht gekomen, en niet die van Jesús. Gelukkig was het uitzicht wel heel erg mooi!
Karma is a bitch
Natuurlijk kon ik het niet laten om bij het Jezusbeeld wat flauwe grappen de wereld in te slingeren. Iets waar Emma al niet eens meer van op kijkt. Gelukkig lijk ik niet op m’n vader 🙂 Voor die flauwe grappen werd ik direct afgestraft toen we met de brommer een stuk over het strand moesten (de weg was ineens afgesloten) en het in m’n rug schoot toen ik de brommer moest corrigeren. Best confronterend op je 32e!
De volgende dag vertrokken we naar Granada, maar moest ik door Emma het bed uit getild worden. Ik kon werkelijk geen kant meer op. Gelukkig had Emma Oxycodon meegenomen die ik nog overhad van m’n gebroken rib. Voor degene die niet weten wat Oxycodon is; dat is hetzelfde medicijn als waar ze kuddes olifanten mee plat spuiten als ze naar een nieuw verblijf gaan. Dat is niet waar natuurlijk, maar zo voelt het wel.
Voordeel – ik had geen pijn meer in m’n rug en kon gewoon lopen. Nadeel – ik heb 3 dagen gedrogeerd door Nicaragua gelopen. Wat Emma wel weer relaxed vond want het reistempo ging van ‘ik ga nog even hier kijken, ik maak daar even een foto van, zullen we betalen?, ik loop even heen en weer, zullen we naar het strand gaan?, we hebben 10 minuten gezeten, tijd om te gaan’… naar ‘prima’.
Het fenomeen chickenbus
We konden dus toch naar Granada, en wel met de chickenbus, zoals ze dat hier noemen. De chickenbus is een oude Amerikaanse schoolbus in allerlei kleuren die helemaal volgeladen wordt tot het moment dat er echt niemand meer in past. Tenminste, dat denken wij. In Nicaragua denken ze daar heel anders zo bleek toen er nog minstens 10 mensen in, achter en naast/uit de bus werden gepropt. Het voordeel is dat de reis naar Granada, via Rivas, ons totaal €2,31 heeft gekost.
We ♥ Granada
Eenmaal in Granada begon het Nicaru… Nicaraiaan… Nicaruaan… het leven in Nicaragua pas echt. Granada is een van de leukste, mooiste, meest sfeervolle en gezelligste steden waar ik ooit ben geweest. Met oude kathedralen, kleurrijke koloniale huizen, pleintjes met straatmuzikanten, barretjes en restaurantjes is het een paradijs voor fotoliefhebbers.
De eerste dag na aankomst hebben we ons reistempo heel erg verlaagd omdat ik als een soort gedrogeerd paard, of shetlandpony, achter Emma aan hobbelde. De volgende dag voelde m’n rug al een stuk beter en hebben we de stad verkent. Granada is heel klein dus aan een halve dag heb je meer dan genoeg. We hebben nog nooit zo rustig gereisd, mede door het weer (38 graden) en de Oxycodon :).
Gelukkig kost een water hier €0,40 en een fruitshake €0,80 dus we deden een soort van kroegentocht met water en fruitshakes onder de invloed van Oxycodon.
Rockin’ my shades
Als ik een ‘nadeel’ van Granada moet noemen, en dat is niet echt een nadeel, zijn dat de vele straatverkopers. Dat ben ik op zich wel gewend, maar hier zijn het er erg veel. We dragen ook de hele dag onze zonnebril want als je iemand aankijkt tovert hij of zij direct hangmatten, zonnebrillen, muziekinstrumenten en complete orkesten uit z’n binnenzak en zit je ineens vast aan een ongewild priveconcert in je eigen hangmat met een nieuwe zonnebril en plastic ukulele terwijl je die eigenlijk helemaal niet wilde.
Dat doet echter niks af aan de stad Granada, want het is hier echt ontzettend leuk. Zo leuk, dat we aan het eind van de reis nog terugkomen hier!
Lava en een lagune
Diezelfde avond zijn we nog naar de Masaya vulkaan gegaan. Een van de vele vulkanen in Nicaragua en de meest actieve vulkaan in Midden-Amerika. Deze stond op ons lijstje omdat je hier ’s avonds lava kunt zien. De vulkaan is ontzettend makkelijk te bereiken (je parkeert naast de krater), waardoor het vrij toeristisch is. Dat kon de pret voor ons echter niet drukken want voor het eerst in m’n leven heb ik in een krater van een vulkaan gekeken waar ik kolkend lava zag (en hoorde) borrelen. Super indrukwekkend.
Ze vertelde ook dat de Masaya vulkaan vroeger werd gebruikt om offers aan de duivel te brengen. Baby’s en maagden werden de vulkaan in geslingerd om de duivel te vriend te houden. Of dat gelukt is betwijfel ik.
Laguna de Apoyo
De dag er na zijn we een dagje naar Laguna de Apoyo geweest. Een kratermeer niet veer van Granada. Heerlijk om even bij te komen van de intense hitte in Granada. Hier hebben we eigenlijk niet meer gedaan dan aan het strandje hangen en een beetje zwemmen.
Op de terugweg moesten we voor de busreis 15 cordoba betalen, de locals 10 🙂 En wij moesten er nog halverwege uit ook. We zijn opgelicht voor 5 cordoba, zo’n €0,13! Dat vergt flinke aanpassingen in ons budget 🙂 De tweede bus, terug naar Granada stopte langs de weg en aangezien we rond 17:00 uur terug gingen zat deze bomvol.
We paste er nog makkelijk bij volgens de chauffeur en dus hingen we uit de deur van een bus die stamt uit de koloniale tijd van Granada en scheurde we met 150 km/h richting de stad. Perfectly safe!
Dit is het voor nu kinders 🙂 Volgende keer de rest van Nicaragua!
Wat heerlijk om jullie verhalen te lezen.ik ben weg van granada en dacht dat het alleen in zuid spanje lag.ik met mijn flamenco vibes .wat ook een super mooie stad is maar als ik jullie zo hoor moet ik deze in Nicaragua ook zeker gaan zien.looking forward.jullie nog heerlijk genieten en tot in de fred salut amigo’s