Time for Belize again
Het laatste blog typ ik vanuit Nederland, gewapend in een trui, sokken, lange broek en de verwarming op standje ‘klimaatverandering’. Ik heb vannacht 3 uur geslapen (hello jetlag) dus vergeef me eventuele schrijffouten.
Na drie weken in Guatemala was het tijd om door te reizen naar Belize. Hier waren we begin dit jaar ook geweest en dat beviel zo goed dat we wederom besloten om onze reis hier te eindigen aan het strand van Caye Caulker. Deze keer met z’n vijven in plaats van tweeën.
De waterdichte grensovergang
Vanuit Flores vertrokken we richting San Ignacio, de eerste ‘stad’ over de grens in Belize. De bus zou ons om 8:00 uur oppikken en dus werden we keurig rond 9:30 opgehaald. Ik moet zeggen; het went. In Guatemala nemen ze het begrip ’tijd’ niet zo nauw.
Gelukkig was de reis naar San Ignacio niet zo ver, hoewel het langer duurde dan gepland omdat Raoul Belize bijna niet in kwam. Je moet bij de douane een formulier invullen, waar ze volgens mij helemaal niks mee doen, maar dat terzijde. Op dat formulier moet je tevens je verblijfplaats in Belize invullen.
Die hadden we natuurlijk niet, maar ik vulde het hotel in waar we vorig jaar sliepen. Raoul deed hetzelfde. Dat ze hier een nogal bijzondere toelatingsprocedure hebben bleek maar weer eens. Het gesprek tussen Raoul (R) en de douanebeambte (D);
D – which hotel are you staying?
R – Venus Hotel in San Ignacio
D – Are you really going there?
R – no (eerlijk als ‘ie is)
D – oke, no entry for you. Stand back in the line
…. 30 minuten later en zonder ook maar iets aan het formulier te hebben veranderd probeer Raoul het opnieuw;
D – which hotel are you staying?
R – Venus Hotel in San Igacio
D – Are you really going there?
R – yes (niet zo eerlijk)
D – oké, have a nice trip
? Als iemand mij de logica van dit waterdichte systeem kan uit kan leggen ben ik diegene heel erg dankbaar. Er is werkelijk geen pijl op te trekken hier.
De grensovergang tussen Guatemala en Belize
Xunantunich again
Eenmaal in San Ignacio heb ik Raoul meegenomen naar Xunantunich, een behoorlijke Maya-site op zo’n 10 minuten rijden van de stad. Ik heb hier precies dezelfde foto’s gemaakt alleen dan met ons nieuwe logo en zonder zweetplekken 🙂 Een zwart t-shirt is duidelijk een betere keus dan een grijs shirt.
Ook al ben je er al een keer geweest, het blijft bijzonder om te zien. Ook omdat andere mensen weer op andere dingen letten. Deze keer was het ook een stuk rustiger, waardoor we wat meer tijd hadden om relaxt rond te lopen.
Xunantunich met nieuwe logo
Xunantunich met oude logo 🙂
Glenn, mijn grote vriend
Na flink zweten bij Xunantunich hebben we die avond ons eerste Belize biertje op. Geserveerd door Glenn. Glenn is een van de aardigste en meest positieve mensen die ik ooit heb ontmoet. Ik had hem al gesproken de eerste keer dat ik in Belize was.
Deze keer hadden we de kans om iets langer met hem te praten. Ik vertelde hem dat ik speciaal naar hem gezocht had omdat ik hem eerder al ontmoet had. Dat vond hij natuurlijk helemaal geweldig. Het bleek dat hij jaren geleden een hersenbloeding had gehad en daarom van elk moment in het leven genoot. Elke dag was voor hem een feest en dat liet hij aan iedereen blijken. Echt een prachtige man!
Knettere Kevin
Naast Glenn werkte er nog meer mensen natuurlijk. Allemaal net zo vriendelijk, hoewel er een erg aardig was, maar dat kwam omdat ‘ie zo stoned als een garnaal was. 10 gram wiet is legaal in Belize en daar maakte deze jongen zichtbaar gebruik van.
Als hij twee biertjes neerzette draaide hij zich 30 seconde later om en vroeg; ‘are you ok?‘. En dat deed ie ongeveer 20x in een uur. Hij had echt geen idee wat hij aan het doen was, maar hij was wel grappig. Knettere Kevin is ook een van de weinige die een fooi kreeg haha.
Iets dat overigens weer een leuke discussie oplevert met Amerikanen aangezien die voor elke scheet een fooi geven. Als iemand écht buitengewone service levert ben ik best bereid een fooi te geven, maar zeker niet overal. Fooi geven vind ik hetzelfde als mensen die klappen zodra een vliegtuig landt. Ten eerste is dat 9 van de 10 keer een automatische piloot en ten tweede is het ook wel een soort van de plicht van een piloot om zo’n ding aan de grond te zetten.
Ik klap wel als je een Boeiing 747 in z’n achteruit en ondersteboven op de landingsbaan krijgt en iedereen het overleefd. Dát is een applaus waard.
Glenn, onze vriend
Fluoriserende peuters in Lamanai
De volgende dag vertrokken we naar de stad Orange Walk om daar naar de Maya-site Lamanai te gaan. Nog maar een Maya-site. We hadden er immers nog niet zo veel gezien deze vakantie. Orange Walk is ondanks de naam niet oranje en verre van gezellig.
Gelukkig hadden we een super chill hotel met een nog vriendelijkere eigenaar. Mr. P heette hij en hij had een nogal bijzonder levensverhaal. Kort samengevat; hij was eigenaar van Hollanda, de beste voetbalclub van Belize (vernoemd naar Nederland), had de club verkocht, werd bondscoach van Belize, meldde fraude van de bondsvoorzitter bij de FIFA, werd in Amerika opgepakt op verdenking van het smokkelen van 15 kilo coke, heeft twee jaar onterecht (zegt hij zelf) vastgezeten en runt nu een hotel in een van de saaiste steden van Belize.
Overigens duurde dit verhaal zo’n 1,5 uur. Best lang als je gewoon wil inchecken na een reis van 5 uur 🙂
Lamanai it is
Na een gezellige avond met Mr. P vertrokken we de volgende dag naar Lamanai. Deze Maya-site ligt verborgen in de jungle en stond nog op mijn to-do lijstje omdat het door niet heel veel mensen wordt bezocht. Je kunt er komen met de auto, maar het is mooier en leuker om er met de boot heen te gaan.
Een twee-uur-durende tocht door de jungle en mangroves van Belize. Bij Belize verwacht je alleen stranden en eilanden, maar het binnenland hier is echt schitterend. Je vaart dwars door niemandsland waar je krokodillen, apen en vreemde vogels (niet de andere toeristen, maar échte vogels) tegen kwam. We vaarde zelfs langs een mennonieten dorp waar mensen nog op paard en wagen rijden.
Onderweg naar Lamanai
Jeejj… International School Day
Na een mooie tocht kwamen we uiteindelijk aan bij Lamanai. Helaas praatte onze gids nog steeds in hetzelfde standje als in de boot waar 2x 200PK achter lag. Hij schreeuwde zo hard dat elk wilde dier in de omgeving nu Engels spreekt.
Daarnaast bleek dat het deze dag International School Day was in Belize en dat betekende dat er bij de eerste ruïne zo’n 85 kinderen in fluoriserende hesjes liepen. Nu heb ik op Palawan ooit een gids horen zeggen dat je in de omgeving van wilde dieren geen fluoriserende kleding moet dragen omdat met name apen daar vrij agressief van kunnen worden.
Ik moet nu toegeven dat ik die apen wel begrijp. Als je lekker in je boom op een banaan zit te kauwen en er komen 85 fluoriserende kinderen als een soort geluids-tsunami door jouw achtertuin banjeren zou ik ook redelijk geïrriteerd raken. Onze gids vertelde daarnaast dat de kans groot was dat er nog zo’n 1.000 schoolkinderen op het complex rondliepen.
Gelukkig was dit niet onze eerste tour en besloten we onze groep te verlaten om op eigen houtje het complex te verkennen en zo de 85 fluoriserende kinderen en met name de agressieve apen voor te zijn. De beste keuzen want hierdoor liepen we grotendeels alleen door het complex en het was hier echt schitterend! Ook hier keek je weer over de jungle uit over oude ruïnes. Het blijft iets ongrijpbaars.
Main Plaza bij Lamanai
Op naar het strand
De volgende dag vertrokken we naar San Pedro op Ambergris Caye. Iets eerder dan gepland, maar zo konden we Emma, Mara en Lilly verrassen die vanuit Mexico naar San Pedro zouden komen. Die dachten dat we 2 dagen later pas zouden aankomen.
Het was heel erg leuk om elkaar te ontmoeten aan de andere kant van de wereld, maar ik moet eerlijk zeggen dat San Pedro en Ambergris Caye een beetje tegen viel. Het liedje La Isla Bonita van Madonna gaat over dit eiland. Nu heeft Madonna een aardig verleden met drank en drugs en ik kan me voorstellen dat ze niet helemaal helder was toen ze dit nummer schreef.
Ambergris Caye is een tropisch eiland, maar daar is naar mijn mening ook alles mee gezegd.
Dirk, de coolste hond in Belize
Gelukkig leerde we Dirk kennen. We kwamen Dirk tegen op straat en in tegenstelling tot andere wandelende rabiës fabrieken was Dirk heel relaxt. Ik moet eerlijk zeggen dat vooral Raoul en ik in het begin niet zo veel moesten hebben van Dirk en zijn schurftrug en scheve gebit, maar Dirk werd al snel onze vriend.
Dirk heeft de hele avond bij ons rondgehangen en na een paar cocktails van 1,5 liter werd het steeds gezelliger met Dirk, hoewel ik er aan twijfel of Dirk er ook zo over denkt aangezien we Dirk enigszins abrupt hebben verlaten aan het einde van de avond.
Om zeker te weten dat het goed gaat met Dirk hebben we besloten om een prijsvraag te organiseren voor Dirk. Iedereen die op San Pedro/Ambergris Caye komt en een selfie weet te maken met Dirk krijgt van ons één reisgids naar keuze!
Caye Caulker again
Na 2 nachten vertrokken we naar Caye Caulker waar Emma en ik eerder dit jaar al waren geweest. Hier hebben we na 3,5 week gas terug genomen en zijn we van strandbar naar strandbar gelopen om wat te drinken, te eten, nog wat te drinken en wederom wat te eten.
In de 4 dagen dag we hier waren hebben we één dagtour gedaan bij Ragga Muffin waar we hebben gesnorkeld tussen roggen, nurse-sharks, Eagle Rays, schildpadden en nog meer bijzondere vissen. Het was de perfecte afsluiting van een geweldige reis.
Als je mij 10 jaar geleden had verteld dat ik 2x naar Belize zou gaan en dat ik het zo leuk had gevonden had ik je voor gek verklaard, maar het is een prachtig land met geweldige mensen. Een aanrader voor iedereen die op zoek is naar de volgende vakantiebestemming.