Life is a Beach
Vanuit het mooie Wilderness is het tijd voor een kleine update van onze tijd in ZA. De laatste keer dat ik jullie op de hoogte stelde hadden we net de Sani Pass achter de rug in Drakensbergen.
Home sweet home
Na 2,5 week rondrijden in het binnenland van Zuid-Afrika was het na Drakensbergen tijd om naar de kust te trekken. Waar ter wereld we ook zijn, de kust heeft altijd een soort magie over zich. Het geluid van de zee, de golven, de wind en vaak het lekkere weer maken het een ideale plek om te zijn.
We vetrokken daarom naar Coffee Bay aan de Wild Coast. Een tip van iemand op de Vakantiebeurs. Volgens verschillende blogs en websites is de weg naar Coffee Bay verschrikkelijk. Vol met gaten en onbegaanbare wegen. Enigszins geschrokken besloten we er toch heen te rijden.
Ik kan nu uit eigen ervaring zeggen dat de mensen die deze weg als gevaarlijk bestempelen nog nooit in Ho Chi Minh op de brommer hebben gezeten. Deze weg is in prima staat. Geasfalteerd met hier en daar een kuil met een diameter zo groot als de wielbasis van je auto. Past precies niet!
Coffee Bay… wow!
Na 1,5 uur rijden kwamen aan in Coffee Bay en ik snap waarom ze dit de Wild Coast noemen. Je rijdt 1,5 uur door een soort niemandsland om uiteindelijk bij een prachtige, afgelegen baai te komen. Het strand hier is ‘oké’ (klinkt heel erg verwend), maar de groene heuvels en steile kliffen langs de kust maken het een van de mooiste plekjes in ZA.
We hadden een super guesthouse met uitzicht op zee en ontzettend vriendelijke eigenaren waarmee we biertjes dronken, tafeltennis speelde, verhalen deelde, Emma d’r haren paars verfde en kampvuurtjes maakte. Reizen is zo mooi 🙂
De volgende dag zou ik om 6:30 uur gaan surfen met Michael, de eigenaar. Als een blij ei zat ik om 6:15 uur beneden te wachten, maar Micheal had iets te veel biertjes op! Geen surf sessie voor mij dus, maar dat mocht de pret niet drukken. Ons verblijf bij Salty Waves was echt top.
Na een middagje strand besloten we de volgende dag naar Hole in the Wall te gaan. Althans, Emma had nog graag een dag aan het strand gelegen, maar Speedy Ties had al 4x over het strand gelopen, alle golven geteld en 20 zwerfhonden gespot en een naam gegeven dus het was tijd om te gaan. Soms heb ik wel medelijden met Emma…
Uitzicht van ons guesthouse in Coffee Bay
Zonsopkomst in Coffee Bay
Hole in the Wall
Hole in the Wall is een plekje op zo’n 7 kilometer van Coffee Bay. Het is bekend door een rots die in tweeën is gesplitst. Heen met auto, terug lopen met de gids. Hole in the Wall is zeker indrukwekkend, maar de wandeling terug naar Coffee Bay is nog veel mooier.
Je loopt langs de kust, over groene heuvels, tussen grazende koeien, schreeuwende geiten en af en toe langs steile kliffen en lokale vissers. Echt ongelooflijk mooi. De foto’s hieronder zeggen genoeg.
Snelwandelen
De hike zou zo’n 3 uur duren en gelukkig vertrokken we precies rond 13:00 uur. Lekker op het heetste moment van de dag. Daarnaast was onze gids Prince zo snel dat het meer op een wedstrijd snelwandelen bij de Olympische Spelen leek dan relaxt lopen. En dat met de brandende zon op je bolletje. Later bleek dat onze gids de naam Prince had gekregen omdat hij de snelste ‘runner ‘van de school was. Dat verklaard wel een hoop!
Gelukkig was ik na één week al aan het vervellen en kon ik mooi opnieuw beginnen met bruin wonden. Hoewel ik dat vervellen wijt aan de douches die hier maar twee standjes kennen. Standje 1; waar komt die sneeuw vandaan, en standje 2; weg met alle ijsbergen. Onder de douche is het constant schipperen tussen onmiddellijke onderkoeling en derdegraads brandwonden.
Maar we hadden het er graag voor over want de wandeling was echt super. Daarnaast liepen we de hele wandeling met z’n drieën. We hebben geen andere toerist gezien!
Onderweg naar Coffee Bay
Onderweg naar Coffee Bay
Onderweg naar Coffee Bay
Mwah Chintsa
De volgende dag vertrokken we naar Chintsa op zo’n drie uur rijden. Wederom aan de Wild Coast. Het was voor ons meer een tussenstop richting Jeffreys Bay. Ons beginpunt van de Garden Route. Voor iedereen die twijfelt over Chintsa; streep maar weg. Ik heb lang nagedacht wat ik over Chintsa moet schrijven, maar naast het mooie strand is hier echt he-le-maal niks te beleven.
De volgende dag vertrokken we dus gelijk naar Jeffreys Bay. Gelukkig maar een kort stukje van zo’n drie uur.
Jeffreys Bay
Jeffreys Bay was al een stuk leuker. Het ligt niet meer aan de Wild Coast, wat je gelijk merkt aan de omgeving. De duinen zijn hier een stuk lager en je hebt niet die gigantische kliffen. Het voordeel van Jeffreys Bay is dat je hier wel meer vermaak hebt en dat je ’s avonds gewoon over straat kunt.
Iets dat in andere delen van het land door alle locals werd afgeraden onder het mom; ‘it might be ok to walk in the dark, but they might stab or rob you’. Fijn.
Het strand van Chintsa
Het strand van Jeffreys Bay
Apartheid
Dat brengt me gelijk op een ander, redelijk gevoelig onderwerp. De apartheid. Ik vind dat je in een reisblog ook de minder positieven kanten van een land mag aanstippen.
De apartheid is 25 jaar geleden afgeschaft en daar is ook alles mee gezegd, want het is nog in volle gang in Zuid-Afrika. Natuurijk wordt de donkere bevolking niet meer geweerd van scholen of bussen, maar er is nog steeds een gigantisch verschil tussen zwart – en nee; ik ben geen racist. Ook hier zeggen ze zwart en wit – en wit.
Zeker in dit deel van het land. Vanaf Port Elizabeth is het verschil behoorlijk triest. Links (of rechts) van de weg staan de dure villawijken, gebouwd in de heuvels uitkijkend op zee met dure auto’s en boten waar alleen maar witte Afrikanen wonen. Aan de andere kant van de weg de krottenwijk, waar de zwarte Afrikanen wonen.
Groot verschil
Alle eigenaren van hotels, restaurants, grote bedrijven of winkels zijn witte Afrikanen. De bediening, schoonmakers of pompbediendes zijn zwarte Afrikanen. Op scholen wordt ‘zwart en wit’ nog steeds gescheiden. Het is triest om te zien en vooral triest om te horen dat er volgens de witte Afrikanen niks aan de hand is om de apartheid is ‘afgeschaft’. Zeker de oudere generatie witte Afrikanen (niet allemaal natuurlijk) zijn behoorlijk racistisch.
Ik heb het lang niet durven vragen omdat je niet weet hoe gevoelig de situatie is totdat we Geoffrey leerde kennen. De eerste donkere manager van een hotel. Hij kwam uit Malawi. Hij heeft een goede opleiding en goede baan, maar wordt door de witte Afrikanen weggekeken. Hij vertelde dat als hij een restaurant binnen loopt hij niet geholpen wordt, alleen als hij er expliciet om vraagt. Zo niet, negeren de serveersters hem. Hetzelfde geldt voor winkels. Overigens niet alleen door witte Afrikanen, ook door donkere Zuid-Afrikanen. Omdat hij uit Malawi komt is hij donkerder dan een Zuid-Afrikaan waardoor hij als nog minder wordt beschouwd.
Triest dat dat in 2019 nog zo is. Ik heb makkelijk praten met m’n blonde haren en blauwe ogen en het geluk dat ik in Nederland ben geboren. Ik snap dat de gevolgen van de apartheid niet zo maar verdwenen zijn, maar het is naïef om te denken dat er niks aan de hand is zoals veel mensen hier wel doen.
Same same
Tijd voor de Garden Route
Na twee dagen Jeffreys Bay waar we niet veel meer hebben gedaan dan aan het strand hangen en lekker eten (Emma blij!) vertrokken we naar Knysna wat zo’n twee uur rijden is.
Dit was ons begin van de Garden Route en op deze route is er veel te doen en te zien. We hebben dan ook lang onze tijd genomen. De eerste stop was Stormsriver waar de bekende hangbrug bezochten. We merkte gelijk dat dit deel van ZA veel toeristischer is aangezien het hier gigantisch druk was.
De Garden Route is wel echt heel mooi! Emma heeft heel veel filmpjes gemaakt onderweg. Elke keer krijg ik een hartverzakking als ik 100km/h rijd en Emma het raam open doet om met behoorlijke tegenwind mijn telefoon (met 7.500 reisfoto’s) uit het raam te hangen om te filmen 🙂 Gelukkig gaat het tot nu toe goed. Op een enkel filmpje na waarop alleen Emma d’r vinger staat.
Toeristenmagneet
Bussen vol Chinezen werden uitgeladen en gestresste mensen omdat ze geen mooie foto konden maken van het uitzicht omdat de bus over 10 minuten weer vertrok. Gelukkig konden wij de tijd nemen.
Knysna is niet heel bijzonder. Ons (mooie) guesthouse was een omgebouwd, oud gebouw voor mensen met een mentale stoornis. Een prima optie voor mij dus, maar volgens mij zaten er nog wat oud bewoners.
In Knynsa hadden we twee opties. De volgende dag doorrijden naar Wilderness/Mossel Bay of 1,5 uur terug rijden op de Garden Route om de route van de andere kant te zien :). Aangezien we pas 4.500 kilometer hadden gereden besloten we 1,5 uur terug te rijden en nóg een keer dit deel te rijden.
Ik heb geprobeerd een filmpje van de Garden Route op op Youtube te zetten, maar dat is geen optie met het internet hier. MB staat hier voor ‘Matig Bereik’ en ik heb hier heel veel MB’s
Onderweg tijdens de Garden Route
Onderweg tijdens de Garden Route
Storms River mouth suspension bridge
Storms River mouth suspension bridge
Life is a Beach
Zeg ken jij de Mossel Bay
Uiteindelijk eindigde we in Mossel Bay na een korte stop in Wilderness. Aangezien Mossel Bay al 50 kilometer van tevoren wordt aangegeven heb ik 45 minuten lang; ‘zeg ken jij de Mossel Bay’ gezongen totdat Emma er wat van zei. En dat duurde best lang 🙂
Volgens velen was Mossel Bay een ontzettend leuk stadje dus besloten we daar twee nachten te blijven. Zo blijkt maar weer eens dat het fijn is om niet al te veel vast te leggen, want Mossel Bay was zo verlaten dat Deserted St. hier de hoofdstraat kan zijn.
Na kortstondig partneroverleg besloten we 1 nacht te annuleren (wat gelukkig kon) en de volgende dag terug te keren naar Wilderness waar het iets mooier en levendiger was.
Dat is waar we nu zitten. Morgen vertrekken we naar Montagu op de Route 62 om vanaf daar naar de wijnvelden en Kaapstad te rijden. Onze laatste week alweer!
Wilde Emma in Wilderness
Wilderness